De Slag om de Blauwbrug

Als laatste boek voor de opdracht “literaire bouwstenen” heb ik gekozen voor ‘De slag om de Blauwbrug’ (Heijden, 2013) Na reeds een boek van 3 punten (Karakter (Bordewijk, 1938)) en 2 punten (Dit zijn de namen (Wieringa, 2013)) te hebben gelezen dacht ik met dit minder omvangrijke werk van slechts 1 punt een meer toegankelijk en vlot leesbaar boek voor me te hebben. Dit sloeg me toch wat tegen. De gemakkelijke verhaalopbouw van Karakter, of het vlot leesbare werk van Tommy Wieringa staan in sterk contrast met het van de hak op de tak springen waarmee ik in dit laatste boek werd geconfronteerd.

De slag om de Blauwbrug is de proloog in de cyclus ‘De tandeloze tijd’. Tijdens deze zevendelige roman staat het personage Albert Egberts steeds centraal. Dit hoofdpersonage zou deels het alter ego zijn van schrijver Van der Heijden. Adrianus Franciscus Theodorus van der Heijden schreef zijn eerste boeken onder het pseudoniem Patrizio Canaponi.  Pas later, in 1983 verschijnt het eerste deel van de Tandeloze tijd onder zijn eigen naam. Van der Heijden heeft een hele resem prijzen op zijn naam staan waaronder de P.C. Hooft prijs, de Libris Literatuurprijs, de Multatuliprijs, de Bordewijkprijs…  

De proloog ‘De slag om de Blauwbrug’ vertelt het verhaal van de rellen in 1980 gedurende de kroningsdag van koningin Beatrix te Nederland. De lezer bekijkt deze gebeurtenis vanuit de ogen van Albert Egberts. Het verhaal start in medias res, wanneer Albert de opbouw en voorbereidingen voor de Koninginnedag gadeslaat. Het hoofdpersonage blijkt een drugsverslaafde te zijn die met behulp van scharen autodiefstallen pleegt.

Het verhaal bouwt zich verder op met een reeks flashbacks. Zo vertelt Albert over zijn recente nacht waarbij hij werd gebeten door een herdershond, zijn verzamelingen, zijn verleden met Sux Cox, de hondentrainingen die hij observeerde… Deze verschillende, elkaar afwisselende flashbacks zorgen ervoor dat het boek niet echt een eenheid vertoont en maakt het verhaal minder gemakkelijk te volgen.

De plaats waar het verhaal zich afspeelt is Amsterdam. De ruimte in het boek is zeer belangrijk. Ten eerste vormt deze plaats de aanleiding voor de gebeurtenissen (kroning van de nieuwe koningin). Ten tweede is het een zeer belangrijke sociale ruimte. De sfeer in Amsterdam is in de beschreven periode zeer explosief; de werkloosheid is hoog, de woningnood schrijnend. Lege panden worden aan de lopende band gekraakt.

De ruimte is in het boek ook steeds tot op de straatnaam nauwkeurig gemarkeerd.

Een element dat vaak aan bod komt, en dat kan tellen als leidmotief is de schaar. Zoals eerder vermeld verzamelt Albert Egberts deze voorwerpen. Sommigen gebruikt hij om auto’s open te breken, anderen hangt hij boven de schouw.

'Als iets me nog tekent, is het dit: een geopende schaar in een gesloten hand.
Ik beschouw het als mijn embleem.'

Scharen was aanvankelijk een boek in één deel met die junk als held. In het voorjaar van 1980 was Van der Heijden er serieus aan begonnen, en groeide het manuscript onder zijn handen. Vervolgens viel het dikke boek in twee, drie en uiteindelijk zeven delen uiteen. Zo kwam “De tandeloze tijd” tot stand. 

De uiteindelijke gebeurtenis waar het hele verhaal naar opbouwt: de rellen op de Blauwbrug. Komen slechts op het einde van het boek, in een kort hoofdstuk, aan bod.

Bibliografie

Heijden, A. v. (2013). De slag om de Blauwbrug. Amsterdam: De bezige bij.