Donkere kamer - Cyril Bonin
Reeds als kind las ik graag strips. Eerst de klassiekers zoals ‘Jommeke’ en ‘Suske en Wiske’. Later las ik de collectie ‘Piet Pienter en Bert Bibber’, een stripreeks waarvan mijn grootvader bijna alle edities had. De grafic novel was voor mij tot nu toe onbekend. Het eerste exemplaar dat ik voor deze opdracht las is ‘Donkere kamer’ van Cyril Bonin. Een boek dat wordt omschreven als ‘een vrolijke politiekomedie’.
1912.
Een imposant herenhuis even buiten Parijs.
Drie schilderijen.
Een diefstal.
Een mysterie.
In ‘donkere kamer’ worden 3 schilderijen gestolen bij een rijke familie waar op dat moment een tante op bezoek is. Het verhaal draait enerzijds rond de familiebanden en anderzijds rond de verdwijning van deze kunstwerken. Een politieverhaal is het zeker, maar als een echte komedie zou ik het niet omschrijven. Het is wel degelijk een luchtig verhaal waar de humoristische insteek vooral van de demente grootvader komt.
De tekeningen zijn zeer realistisch, waarbij vooral donkere kleuren primeren. De lichte kleuren zijn overwegend geel en oranje. Tekeningen waarin tekst voorkomt worden af en toe afgewisseld met tekstloze kaders waarbij de nadruk ligt op de positie van de personges.
Deze grafic novel is een luchtig boek waarin stap voor stap een mysterie uit de doeken wordt gedaan. Mooie prenten en krachtige personages zorgen voor een fijne leeservaring.
Bibliografie
(2011). In C. Bonin, Donkere kamer (p. 96). Benelux: Dargaud.